ABA Today Februari 2019
7 1 A B A T O D AY 2 0 18 - 2 0 19 | 2 ABA Today gaat in dit nummer ‘Terug in de tijd’ met Dick Schoenaker, die negen seizoenen in Ajax 1 speelde en daarmee zes keer kampioen van de Eredivisie werd. Ik was benaderd door Piet Keizer, die toen verbonden was aan het commerciële bureau Inter Football. Bij Ajax speelden op dat moment de laatste sterren uit het Gouden Ajax dat begin jaren zeventig driemaal op rij de Europa Cup 1 won. Dat waren Heinz Stuy, Wim Suurbier, Ruud krol en Barry Hulshoff. De trainer op dat moment was de Kroaat Tomislav Ivić. De overgang vanuit de Achterhoek naar de hoofdstad was best groot. Vooral de Amsterdamse mentaliteit was nieuw voor mij. Door hard te werken en goed te luisteren heb ik me daar doorheen geslagen. Ik had vanaf mijn eerste seizoen gelijk een basisplaats rechts op het middenveld. Op die plek of centraal op het middenveld heb ik negen seizoenen gespeeld. Ik moest het hebben van mijn loopvermogen en scoorde ook veel. Zeker voor een middenvelder. Ik dook vaak op voor de goal en scoorde dan. Daar zaten veel kopdoelpunten tussen. Ook al ben ik niet groot, ik timede goed en was niet bang. In totaal staan er 104 goals in officiële wedstrijden op mijn naam. Ik heb 271 competitiewedstrijden gespeeld en in totaal met beker- en Europese wedstrijden kom ik tot 348.’ JOHAN CRUIJFF Na de winterstop in het seizoen 1981-1982 keerde Johan Cruijff terug bij Ajax. ‘Johan was een verschrikkelijk goeie voetballer, ook in zijn nadagen’, zegt Dick Schoenaker. ‘Tijdens zijn eerste wedstrijd tegen HFC Haarlem scoorde hij. De Meer ontplofte. Ik ben er trots op dat ik samen met Johan heb mogen voetballen. Ik heb bij Ajax zes trainers meegemaakt. Mijn eerste trainer was Ivić. Daarna kwamen Cor Brom, Leo Beenhakker, Kurt Linder, Aad de Mos en Tonnie Bruins Slot. Van Ivić heb ik het meeste geleerd, zowel tactisch als disciplinair. Die man was zijn tijd vooruit. Hij vroeg ons aan het begin van het seizoen of we kampioen wilden worden. Natuurlijk wilden we dat. “Dan gaan we spelen zoals ik dat wil”, zei hij toen. Aan het einde van het seizoen waren we kampioen. Al speelden we wel zeer defensief, dus eigenlijk niet des Ajax. In totaal ben ik met Ajax zes keer kampioen van de Eredivisie geworden, in de negen seizoenen die ik in Amsterdam gespeeld heb. Dat is best een mooi gemiddelde, al baal ik nog altijd van die drie titels die aan onze neus voorbijgingen.’ KAMPIOENSSCHAAL De eerste kampioensschaal van de Eredivisie werd in 1985 uitgereikt aan Dick Schoenaker, toentertijd aanvoerder van Ajax. ‘Daarvoor waren er nog geen schalen’, zegt Dick. ‘Die werden vanaf dat seizoen uitgereikt en Ajax was de eerste club die als kampioen van de Eredivisie van de KNVB een schaal ontving. Ook heb ik met Ajax vijf keer in de finale van de KNVB beker gestaan. Daarvan hebben we er maar twee gewonnen. Europees waren het in mijn tijd in De Meer magere jaren. Het beste resultaat dateert uit 1980. Toen haalden we de halve finale van de Europa Cup 1, waarin we nipt verloren van Nottingham Forest.’ TERUG IN DE TIJD ‘Ik ben er trots op dat ik samen met Johan heb mogen voetballen’ Dick Schoenaker werd geboren op 30 november 1952 in Ede. Zijn vader had een transportbedrijf. Dick groeide op met twee zussen en een broer. Toen hij 10 jaar was mocht hij op voetbal. Hij werd lid van DTS ’35, de club dichtbij het ouderlijk huis. Al vrij snel maakte hij de overstap naar v.v. Ede dat hoger speelde. Dick debuteerde in het eerste toen hij zestien jaar was. Op dat moment speelde v.v. Ede in de tweede klasse van de zondagamateurs, werd kampioen en promoveerde naar de eerste klasse. In deze klasse werd v.v. Ede vijfde, wat op dat moment automatisch inhield zij dat het jaar erop in de nieuw opgerichte hoofdklasse uitkwamen en daarin zelfs een keer om het kampioenschap van Nederland speelden. BETAALD VOETBAL In militaire dienst kwam hij in contact met Arie Schans, zijn sportinstructeur, die ook trainer bij FC Wageningen was. Zodoende ging hij op de Wageningse Berg bij de betaalde jeugd spelen. Hij debuteerde in het eerste onder Fritz Korbach. ‘Dat was tegen FC Vlaardingen’, weet Dick Schoenaker nog. ‘Voordat ik werd gewisseld, had Korbach nog oogcontact met de penningmeester op de tribune, want een invalbeurt kostte op dat moment drieduizend gulden. Dat was het bedrag waar amateurverenigingen recht op hadden als hun spelers uitkwamen voor een profclub. Korbach ging sowieso zijn eigen gang en gunde mij m’n eerste speelminuten in het betaalde voetbal. Na de winterstop werd ik opgenomen in de selectie van FC Wageningen en wisten we via de nacompetitie promotie naar de Eredivisie af te dwingen. Met FC Wageningen heb ik niet meer in de Eredivisie gevoetbald, wel met De Graafschap. Samen met Gerdo Hazelhekke, ging ik na het seizoen op De Wageningse Berg naar Doetinchem. De transfersom was 25.000 gulden. Dat kun je vandaag de dag niet meer uitleggen.’ AMSTERDAMSE MENTALITEIT Dick Schoenaker: ‘Bij De Graafschap heb ik een fantastische tijd gehad. Ook deze club was net gepromoveerd naar de Eredivisie en thuis wonnen we bijna alles. Op De Vijverberg waren we bijna onverslaanbaar. We eindigden in het eerste seizoen in de middenmoot. Na twee seizoenen ging ik naar Ajax.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=