8 5 A B A T O D AY 2 0 2 1 - 2 0 2 2 | 2 KNVB - BEKER prijs, je moet ook elke wedstrijd willen winnen. En willen spelen. Ik kan me niet voorstellen dat een speler het goed vindt als hij gespaard wordt, wat tegenwoordig in het bekertoernooi weleens gebeurt. Dan denk ik: nou, die trainer neemt het toernooi niet heel serieus. Maar als speler zeg je niet: geef mijn plaats vandaag maar aan een ander, de volgende wedstrijd sta ik er weer. Ik had er áltijd zwaar de pest in als ik niet speelde.’ Toch maakte Swart in 1971 mee dat een paar spelers de kwartfinalewedstrijd in het bekertoernooi tegen Feyenoord wilden ‘laten lopen’, zoals hij het noemt. ‘In de kleedkamer was een aantal jongens dat zich liever op het kampioenschap en de Europacup richtte. Gelukkig zeiden de meeste jongens dat ze voor alles wilden gaan. Ja, ik ook. Als je dat niet doet en een prijs zomaar laat lopen, zul je zien dat je ook naast de andere prijzen grijpt. Dat was Leeds United een seizoen eerder overkomen.’ WEINIG GLANS We maken een sprongetje naar de jaren tachtig, als een jonge Sonny Silooy zich in De Meer meldt. In veertien seizoenen Ajax 1 zal de verdediger naast zeven landstitels ook vier keer de KNVB-beker winnen. De eerste is in 1983, als Ajax in de finale die over twee wedstrijden gaat twee keer met 3-0 wint van NEC. Als het over het belang van de KNVB-beker gaat, neemt Silooy ons mee naar 1986. Ajax wint een van de bekerfinales die weinig glans kent: tegenstander is eerstedivisionist RBC, de wedstrijd wordt ‘gewoon’ in De Meer gespeeld. Ajax wint met 3-0, Silooy scoort de 2-0. Maar daar gaat het hem niet om. ‘Door die finale te winnen, plaatsten we ons voor de Europacup voor bekerwinnaars. Die wonnen we een seizoen later. Dat zei Johan Cruijff, onze trainer, altijd: de kortste weg naar een Europacup is via het bekertoernooi. Dus we namen de KNVB-beker zeker in die periode heel serieus. En het heeft de club een Europacup opgeleverd die nu nooit meer te winnen valt.’ Silooy kan zich niet heugen dat hij door trainers als Cruijff en Louis van Gaal werd gespaard voor een bekerwedstrijd. ‘De selecties waren toen nog niet zo breed als tegenwoordig,’ zegt hij. ‘Ik heb als vaste waarde van Ajax 1 ook gewoon gespeeld tegen ploegen als HOV (1983) en DOVO (1984). Dat waren ploegen die lekker meespeelden, dat ging niet zo gemakkelijk. Kwalitatief was het verschil tussen de verschillende competities kleiner dan nu.’ Silooy kent ook de andere kant van de bekermedaille: de roemloze uitschakelingen. Ook vanwege onderschatting. Hij denkt terug aan Ajax-NEC in het seizoen 1993/1994. Ajax stevent in het voorjaar op het landskampioenschap af, als de Nijmeegse eerstedivisionist (!) in de halve finales van het bekertoernooi op bezoek komt in De Meer. ‘We dachten: dat doen we wel even. We verloren met 2-1. In De Meer. Dat was ontzettend pijnlijk. We hadden dat seizoen de dubbel kunnen pakken, maar lieten dat na. Dat is uiteindelijk toch jammer. Een prijs is een prijs, simpel.’ EIGEN VERHAAL Swart en Silooy zijn eerlijk: de winst van de KNVBbeker staat toch in de schaduw van het winnen van het landskampioenschap. De lange weg van 34 competitiewedstrijden naar de hoofdprijs geeft toch meer voldoening. En de landstitel heeft meer aanzien. Urby Emanuelson kan slechts ‘half ’ meepraten over dat succes. In het seizoen 2010/2011 Sjaak Swart wint met Ajax vijf keer de KNVB-beker. Beeld: AFC Ajax Anita, Suarez, Emanuelson en Vermeer vieren de bekerwinst in 2010. Beeld: AFC Ajax
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=