ABA Today juni 2021

111 A B A T O D AY 2 0 2 0 - 2 0 2 1 | 3 ‘Na een jaar kwam Ajax weer terug. Ik was inmiddels veertien. Ik sprak toen weer met De Groot en Been, en Nol Boerkoel. Ik had bij hen een heel goed gevoel. Ik denk dat ik daarom besloot op dat moment wel naar Ajax te gaan. De Groot werd mijn eerste trainer. Een fantastische man. Hij had echt een passie voor voetbal en straalde dat uit. Ik had wel een klik met hem.’ Je kwam in een team met vooral Amsterdammers terecht. Was dat moeilijk? ‘Nee. Dat was vooral leuk. Ik had het niet lastig, want ik kon heel veel afdwingen met mijn spel. Ik was heel overtuigd van mijn eigen kwaliteiten, wist dat ik meer had dan andere talenten, dat ik het verschil kon maken. Zonder die overtuiging had ik beter niet naar Ajax kunnen gaan. We hadden een talentvolle lichting. Ik speelde samen met jongens als Sonny Silooy en John van ’t Schip, met wie ik later bij Ajax 1 ook zou gaan samenspelen. En met Tjapko Teuben, die ook jeugdinternational was.’ ‘We wilden allemaal gewoon lekker spelen. Na de training bleven we op het veld om verder te voetballen. Dat trainingsveld op Voorland was trouwens verschrikkelijk slecht. Er lag haast geen gras op. De wedstrijdvelden waren wel redelijk. Nu zou zo’n slecht veld ondenkbaar zijn op De Toekomst. Maar we leerden er juist veel van. De bal kon ineens opstuiten, waardoor we leerden te anticiperen. Dat was uiteindelijk een voordeel. Verder interesseerde de kwaliteit van de ondergrond mij niet. Als ik maar kon voetballen. Of dat nou op gras, steen of zand was.’ Je debuteerde in 1981 in Ajax 1. Het was een team met veel talent, zoals Frank Rijkaard, Wim Kieft en Sonny Silooy. ‘Dat klopt. Er zat ook veel ervaring in de ploeg, met Piet Schrijvers, Dick Schoenaker. Wim Jansen kwam erbij. De trainingen waren van een hoog niveau. Het was elke keer aanklampen. Op voetbalgebied lukte het wel, maar fysiek was het zwaar. Maar ik durfde me wel te laten zien. Edo Ophof kwam nog een keer woedend achter me aan. Ik blokte zijn been, waardoor hij de bal niet in het doel kon schieten maar deze voorlangs ging. Terwijl ik wegliep zei ik: “Die had je wel mogen maken.” Van zo’n bijdehandse opmerking van een jonge speler was hij niet gediend. Er was een duidelijke hiërarchie: de ouderen hadden het voor het zeggen.’ Waren er oudere spelers die een mentorrol voor jou vervulden? ‘Piet Schrijvers en Dick Schoenaker waren heel beschermend voor jongens spelers.’ En Johan Cruijff? ‘Hij kwam in 1982 terug als speler en is later mijn trainer geworden. Hij was vast wel met mij bezig, maar zo voelde ik dat op dat moment niet. Het was niet dat hij me even apart nam voor een goed TERUG IN DE T I JD ▶ Beeld: AFC Ajax

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=