ABA Today Maart 2020

1 3 A B A T O D AY 2 0 19 - 2 0 2 0 | 2 MICHAE L VAN PRAAG Michael van Praag (72) nam in december afscheid als bondsvoorzitter van de KNVB. Wie denkt dat hij rustig aan gaat doen, heeft het mis. Van Praag wil blijven verbinden, zoals hij dat al dertig jaar in de voetbalwereld deed. Tekst: Mike van Damme Beeld: Giuseppe Toppers Voelde uw afscheid bij de KNVB een beetje als met pensioen gaan? ‘Mijn agenda is in elk geval minder vol dan dat-ie was. Bij de KNVB heb ik echt veel werk gemaakt van de representatieve dingen, die er mijns inziens bij horen. Ik ging heel veel naar amateurclubs, sowieso als ze honderd jaar bestonden, maar bijvoorbeeld ook om trainersdiploma’s uit te reiken. Dat hoef ik nu niet meer te doen. Daarnaast krijg ik een mailtje of vijftig per dag minder. Ik vul die ruimte op met het maken van websites, met optredens van de twee jazzcombo’s waarin ik speel, met mijn bestuurswerk voor de Nederlandse Sportraad. En ik ben tot volgend jaar nog werkzaam voor de UEFA. Ik heb dus genoeg te doen.’ En u besloot na uw afscheid meteen een nieuwe heup te nemen. ‘Ik was eigenlijk niet goed bij mijn hoofd, want ik liep al drie jaar met een slechte heup rond. Ik had die operatie dus veel eerder moeten doen. Maar steeds dacht ik als ik naar mijn agenda keek: die afspraak kan ik niet missen, en die is ook belangrijk, en die is weer leuk. Zo stelde ik de operatie steeds uit. Bij mijn afscheid in de Johan Cruijff ArenA strompelde ik ook het podium op. Het was stom dat ik er zolang mee heb gewacht, maar ik vond het te moeilijk om er dingen voor af te zeggen of te laten liggen.’ Was het dan niet moeilijk om te stoppen? ‘Nee. Ik vond het allemaal leuk om te doen, maar ik wist al langer dat ik ging stoppen. Het was anders geweest als ze me ineens hadden weggestuurd.’ U hebt dus niet de neiging zich met lopende zaken te bemoeien? ‘Nee, weg is weg. Dat meen ik. Dat had ik bij Ajax ook. Ik vond het zelf ook niet leuk als anderen zich ermee gingen bemoeien. Ik kan ook gemakkelijker “weg is weg” zeggen, omdat ik nog van alles omhanden heb. Als ik dat niet had, was ik misschien wel in een zwart gat gevallen. En ik moet je ook eerlijk zeggen: ik ben dertig jaar sportbestuurder geweest als ik Ajax meereken, dan is het ook wel een keer genoeg. Ik vind het heerlijk om geen verantwoordelijkheid meer te dragen, om de vrijheid weer te hebben mijn eigen mening te geven. Ik heb geen pet meer op waar ik rekening mee moet houden. Ik heb bij Ajax en de KNVB bijvoorbeeld vaak genoeg een mening verkondigd waar ik het zelf niet mee eens was. Het was de mening van het bestuur die ik verdedigde, niet die van Michael van Praag.’ Kunt u een voorbeeld geven? ‘Het eerste wat me te binnenschiet, is een voorbeeld bij de KNVB. We proberen al heel lang de eredivisie te verbeteren, door onder andere terug te gaan naar zestien teams, of play-offs in te voeren. Ik vind het persoonlijk geen goede zaak dat de Eredivisie CV, waar alle profclubs in vertegenwoordigd zijn, daarover gaat, en dat de KNVB daar niets over te zeggen heeft. En dan hebben ze ook nog eens ingesteld dat voor dit soort veranderingen vijftien van de achttien clubs voor moeten zijn. Als bondsvoorzitter kon ik daar niets van zeggen, dat deed ik dus ook niet. En zo waren er in die dertig jaar genoeg zaken waarbij het zo ging. Dat maakte het communiceren soms lastig. Het was manoeuvreren, en mijn eigen mening inslikken.’ Toch lijkt het u goed te zijn afgegaan. ‘Dat komt omdat ik een diplomaat ben. Dat heb ik bij Ajax geleerd. Ik had communicatie en supporters in mijn portefeuille, dat wilde ik ook. Dat vonden de andere bestuursleden – Arie van Os, Uri Coronel, Hennie Henrichs, en André Kraan – prima, want zij hadden weer andere expertises. De ene keer sprak ik dus met de F-side, de andere keer met de directeur van de ABN-AMRO of de burgemeester. Ik moest dus leren de taal te spreken van degene die tegenover me zat. Wat ik altijd al heb gehad, ook in het zakenleven, is dat ik inzie dat recht op je doel ‘Die zakenlieden hadden gasten die het fantastisch vonden als de voorzitter van Ajax even een babbeltje kwam maken’