ABA Today maart 2021
5 9 A B A T O D AY 2 0 2 0 - 2 0 2 1 | 2 Europese topclub opgewassen was tegen dat ploegje vol Amsterdamse jongens. Een juiste voedingsbodem voor dat succes was echter al in de jaren ervoor gelegd.’ VI JF OP EEN R I J ‘We speelden vier Europacupfinales in vijf jaar,’ zegt Swart samenvattend. ‘In 1969 verloren we van AC Milan, en omdat we in Nederland geen kampioen waren geworden, mochten we in het seizoen 1969/1970 niet meedoen aan het Europacup I-toernooi. Feyenoord won toen de Cup met de Grote Oren. Als wij dat jaar hadden meegedaan, hadden we ook zomaar weer de finale kunnen halen. Dan was het dus vijf keer op rij geweest.’ Praten over de successen zal nooit vervelen, zoals het winnen van prijzen voor de voormalige rechtsbuiten dat ook nooit deed. Swart werd met Ajax tussen 1957 en zijn afscheid in 1973 liefst acht keer landskampioen, won vijf KNVB-bekers, drie Europacups, twee Europese Supercups en de Wereldbeker voor clubteams. En niet te vergeten de Intertoto Cup in 1962, dankzij een 4-2-zege op Feyenoord in de finale. En toch... Het had minimaal één landstitel meer moeten zijn. Swart begint over die gemiste titel in 1971: Feyenoord werd mede door een 3-1-zege in Amsterdam uiteindelijk kampioen. De concurrenten troffen elkaar in het Olympisch Stadion op 27 mei, zes dagen voor de Europacupfinale. ‘Wij wilden het duel verzetten, maar de KNVB ging daar niet in mee,’ weet Swart nog. ‘Feyenoord vloog erop in die wedstrijd. Ze moesten wel. Wij konden daarin niet mee, omdat we die finale nog hadden. Als wij die klassieker hadden gewonnen, waren wij kampioen geworden.’ OVERLEDEN Het begin van de jaren zeventig zit vol mooie verhalen voor Ajacieden. Toch wordt het ook steeds moeilijker om over te praten voor Swart. Niet zozeer omdat het geheugen het laat afweten, dat is in het geval van de inmiddels 82-jarige Amsterdammer absoluut niet het geval. Er zijn alleen steeds minder oud-teamgenoten om herinneringen mee te delen. In 2020 overleden met Wim Suurbier en Barry Hulshoff twee vaste krachten uit het elftal, wat het aantal nog levende basisspelers op Wembley – aan Ajaxkant dan – op slechts drie brengt: naast Swart zijn dat keeper Heinz Stuy en rechtsachter Johan Neeskens. ‘Ik denk nog vaak aan die jongens die er niet meer zijn. Zoals Barry... Hij was mijn buurjongen vroeger. Ik heb hem nog naar Ajax gebracht. Drie keer heb ik moeten vragen of ze ‘m wilden aannemen. Nou, uiteindelijk werd hij de beste stopper in Europa,’ zegt Swart, die het elftal verder langs gaat. De eerste die overleed was middenvelder Nico Rijnders, al in 1976. Hij had hartproblemen. Dick van Dijk overleed in 1997, aanvoerder Velibor Vasovic in 2002. Vanaf 2013 ging het snel, met Gerrie Mühren, Johan Cruijff (2016), Piet Keizer (2017) en afgelopen jaar Hulshoff en Suurbier. ‘Pietje, Johan en ik woonden in een straal van twee kilometer van elkaar. Dat zie je nu toch niet meer, een hele aanvalslinie die zo dicht bij elkaar is opgegroeid,’ vertelt Swart. ‘Ik vind het belangrijk over ze te blijven praten. De jonge jongens van nu hebben ze niet meegemaakt, hebben hooguit wat beelden gezien. Ik vind het mooi te vertellen hoe ze waren: geweldenaren. We hadden sowieso een elftal waarin alles klopte. En bijna allemaal Amsterdammers in het team, hè. We hadden nog geen spelershome, dus gingen we met een mannetje of zeven, acht tussen de trainingen door een broodje eten bij Van Dobben op de Korte Reguliersdwarsstraat. Ook dat is tegenwoordig ondenkbaar.’ BRAVOURE Het was vooral een elftal doordrenkt met Amsterdamse bravoure. Dat was niet alleen op het veld zichtbaar, ook daarbuiten. Op 14 maart 1971 zat bijna de gehele Ajaxselectie bij het tv- programma Eén van de Acht , dat werd gepresenteerd door Mies Bouwman. Zij had geregeld dat twee Rotterdamse politieagenten de Cup met de Grote Oren, die Feyenoord als winnaar van 1970 nog in bezit had, naar de studio brachten. Bouwman overhandigde de enorme beker bij afwezigheid van aanvoerder Vasovic aan Swart, die hem op zijn beurt doorspeelde aan Johan Cruijff. Hij probeerde voor de grap met de beker de studio uit te lopen, maar werd tegengehouden. ‘Ik vind het mooi te vertellen hoe ze waren: geweldenaren’ SJAAK SWART Ajax’ succesvolle voorhoede – Piet Keizer, Johan Cruijff en Sjaak Swart – woonde in een straal van twee kilometer van elkaar. Beeld: SV Ajax / Guus de Jong ▶
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=